Warmtepompen met een buitenunit zorgen altijd voor geluid als ze aanstaan. Er zijn wettelijke eisen tav het geluidsniveau op de perceelgrens (maximaal 40 dB). Daarnaast is het zo dat in de ontwikkeling van de warmtepompen er aandacht is voor het geluidsvraagstuk, waardoor de nieuwere warmtepompen minder geluid gaan produceren.
Daarnaast is het zo dat een buitenunit met een relatief grote ventilator minder geluid maakt dan een met een kleinere ventilator. Dit heeft te maken met de hoeveelheid lucht die verplaatst moet worden om warmte uit te halen. Hoe groter de ventilator, hoe minder hard deze hoeft te draaien.
Bij het reinigen worden de luchtkanalen van het ventilatieboxsysteem met een speciale vacuüm/borsteltechniek stofvrij schoongemaakt.
Eerst worden alle openingen van de kanalen afgedopt(waar de kanalen zitten) en wordt vervolgens een de afzuigunit aan op het uiteinde van het kanaal aangesloten.
De afzuigunit-met eigen schone filters- zorgt ervoor dat het systeem in onderdruk komt te staan. Daarna wordt via de openingen van de ventielen het kanalensysteem schoongeborsteld.
Al het losgekomen vuil zal via de afzuigunit opgevangen en milieuvriendelijk afgevoerd worden.
Vanaf 6 zonnepanelen is een aparte groep of andere oplossing (splitsing met een extra aardlekschakelaar) nodig. Als er geen groep vrij is of vrij gemaakt kan worden, is aanpassing van de meterkast nodig.
Het verbruik van verschillende soorten infraroodpanelen is divers. De hoeveelheid tijd die een paneel aan staat is ook divers. Er zijn panelen die 300 Watt verbruiken, maar ook panelen die 1100 Watt verbruiken. Panelen met een lager wattage moeten langer aanstaan om het aangenaam warm te krijgen dan panelen met een hoger wattage. Dit zijn factoren die meespelen bij een eerlijk vergelijk tussen het verbruik van infrarood en gas.
We laten je een eenvoudige rekentool zien die je kan helpen deze vergelijking te maken.
Uitgaand van de energieplafondtarieven: Stroomprijs: 40 cent per kilowattuur (kWh); Gasprijs: 1,45 euro per kubieke meter (m3) kun je voor elke m3 gas die je uitspaart, max 3,6 kWh stroom gebruiken.1 m3 gas ≈ 1 uur CV-ketel stoken.
3,6 kWh stroom ≈ 18 uur een 200 Watt paneel / 9 uur een 400 Watt / 5 uur een 700 Watt paneel.
Overweeg jij infraroodpanelen? Dan is het slim advies te vragen aan een expert. Er is immers veel keuze in typen panelen: het aantal watt, wel of geen korte opwarmtijd. Er zijn panelen met een simpele aan/uit-schakelaar, maar ook panelen met verschillende standen of een thermostaat die het paneel uitschakelt (of terugschakelt) als de ingestelde temperatuur is bereikt. Sommige panelen hebben een bewegingssensor die het paneel alleen inschakelt als er iemand aanwezig is
deA werkt samen met twee Apeldoornse bedrijven: Hugro Technics en WarmtezonderGas. Zij vertellen je alle ins en outs, zodat je een goede keuze kunt maken.
Heb je een zeer goed geïsoleerd huis en wil je je huis milieuvriendelijk en dus elektrisch verwarmen, dan heb je verschillende keuzes. Verwarming door een warmtepomp de zuinigste oplossing, mits je duurzame groene stroom gebruikt. Een warmtepomp zet stroom het efficiëntst om in warmte. Het is ook de duurste oplossing in aanschaf.
Op de tweede plaats komen infraroodpanelen. Ze zijn goedkoper in aanschaf en zijn onderhoudsvrij, maar duurder in verbruik. Je hebt daarnaast een thermostatische regeling nodig om te zorgen dat je niet onnodig stroom verbruikt. Voor het warme water in je douche en keuken heb je dan nog een warmtepompboiler of zonneboiler met elektrische naverwarmer nodig. Een gewone elektrische boiler is wel goedkoper, maar verbruikt veel meer stroom.
Bij gebruik van meerdere infraroodpanelen kan het nodig zijn de meterkast en/of de woonhuisaansluiting uit te breiden.
Als de woonhuisaansluiting hierdoor groter wordt dan 3 x 25A, stijgen de jaarlijkse vastrechtkosten met gemiddeld € 700 per jaar.
Infrarood is een goede combinatie met zonnepanelen, omdat je de stroom voor de infraroodpanelen zelf kunt opwekken.
Je kunt met infraroodpanelen besparen op je energierekening en een duurzame keuze maken. Het hangt van je doel en de isolatiestaat van je huis af of infraroodpanelen een goede oplossing zijn. Infrarood panelen worden gebruikt als hoofdverwarming of als bijverwarming. Infraroodpanelen als hoofdverwarming is alleen interessant als je huis goed tot zeer goed geïsoleerd is, dat wil zeggen dat de warmte van de panelen goed in de ruimte blijft en teruggekaatst wordt door bijvoorbeeld een buitenmuur.
Infraroodpanelen kun je goed als bijverwarming toepassen in ruimtes die je weinig of kort gebruikt, zoals de badkamer of een werkkamer. Als je in deze ruimte geen verwarming hebt of de thermostaat in deze kamer en in de rest van het huis laag kunt zetten, kun je bekijken of je meer gas bespaart dan het aan stroom voor de infraroodpanelen kost.
Met infraroodpanelen kun je een of meerdere kamers maar ook je hele huis verwarmen. Ze werken op stroom en geven stralingswarmte af. Deze is niet gevaarlijk voor mens of dier en is vergelijkbaar met zonnewarmte. De straling verwarmt gericht objecten en personen. Je voelt de warmte tot zo’n 3 meter. Buiten het bereik van de panelen warmt de lucht geleidelijker op door het uitstralen van de warmte van de massa (vloer, muren, meubels). De infraroodpanelen worden bij voorkeur aan het plafond opgehangen, maar kunnen eventueel ook staan of aan de muur gehangen worden.
Meestal niet. De houtverbindingen, de scharnieren en de raamsluiting van bestaande ramen zijn niet geschikt voor het zwaardere triple glas. Gevolg is dat het raam gaat uitzakken. De oude kierdichting wordt het grote lek, als die niet vervangen wordt door een dubbele rij.
Spouwmuurisolatie is interessant als u een woning heeft met een bouwjaar tussen ca. 1920 en 1976. In deze periode werden spouwmuren nog niet standaard geïsoleerd bij de bouw. Tussen 1970 en 1976 kregen nieuwe woningen soms wel een geringe spouwmuurisolatie. Deze kan soms worden nagevuld. Woningen van vóór 1920 hebben doorgaans geen spouwmuur.
Overweeg je spouwmuurisolatie, vraag dan een offerte aan bij een isolatie bedrijf. Een specialist komt dan langs en onderzoekt de spouwmuur met een endoscoop. Hiervoor boort hij enkele gaatjes in de voegen van de buitenmuur. De technisch specialist kijkt wat de breedte van de spouw is en of er metselresten aanwezig zijn die het isoleren kunnen bemoeilijken.
Voor het isoleren van de spouwmuur boort het uitvoerende bedrijf in een regelmatig patroon gaten in de voegen van de gevel. De boorgaten worden na het inspuiten van het isolatiemateriaal weer netjes gedicht. Het isolatiebedrijf zorgt dat ventilatie van kruipruimtes of andere ruimtes geborgd blijft. Om te voorkomen dat het isolatiemateriaal eventueel in de spouw van een aangrenzende woning verdwijnt, brengt het bedrijf spouwscheiders aan. Als uw buren gelijktijdig dezelfde isolatie laten aanbrengen, zijn spouwscheiders niet nodig.
Als u een woning heeft met een bouwjaar voor 1920 dan is de gevel niet anders te isoleren. De kosten voor aanbrengen en de besparing op energie zijn beide hoog. Laat de winst op het comfort de doorslag geven.
EPS, PUR, PIR en Resol
Deze isolatie is stevig genoeg om na het aanbrengen van een gaas op te kunnen stuken. PIR en Resol isoleren beter dan EPS en PUR bij gelijke dikte.
Glaswol en steenwol
Voor deze isolatie is een regelwerk nodig om de platen tussen te plaatsen. Het wordt vaker binnen toegepast en dan komt er een damp remmende laag of een klimaatfolie op de isolatie om condens te voorkomen. De afwerking wordt met gips en stuuk gedaan, maar ook met houten delen.
Natuurlijke materialen
Natuurlijke producten zoals houtvezelplaten, vlaswol of schapenwol hebben vrijwel dezelfde isolatie waardes als minerale wol of schuimplaten maar zijn beter geschikt om oververhitting in de zomersituatie tegen te houden. Bovendien kunnen sommige van deze materialen ingezet worden om damp-open te bouwen.
Aluminium
Deze folies, een combinatie van aluminium en PE werken op basis van reflectie van warmte en zijn in zeer dunne uitvoering verkrijgbaar. Aandachtspunt is de geclaimde weerstandswaarde voor warmte.
Platen isolatie worden stevig tegen de muur gelijmd en verankerd of ze worden bevestigd tussen regelwerk; houten of metalen staanders en liggers.
Buiten Isolatie aan de buitenzijde wordt afgewerkt met een heel scala aan materialen zoals stuuk, rabat, steen strips en natuursteen. Let op de aansluitingen op terrein niveau, goten en kozijnen. Voor buitengevelisolatie is vaak een omgevingsvergunning nodig.
Binnen Aan de binnenzijde wordt meestal een isolerende voorzetwand geplaatst. De dikte kan afhankelijk van de beschikbare ruimte en de gewenste isolatiewaarde variëren van 5 tot 15 cm. Om condensproblemen te voorkomen is het belangrijk om een goede dampremmende laag aan de binnenzijde aan te brengen.
Bij binnenisolatie zijn de details heel belangrijk. Met name aansluitingen op vloeren, kozijnen, vensterbanken en plafonds. Ook is er aandacht voor de radiatoren nodig.
Voordat het isolatiebedrijf aan de slag kan, moet de kruipruimte vrij zijn van puin en opslag. Ook moeten alle compartimenten van de kruipruimte bereikbaar zijn. Zo nodig wordt hiervoor een mangat onder een betonnen
fundering gegraven of een gat in een gemetselde fundering gehakt. Voor aanvang van het isolatiewerk wordt meestal een folie op de bodem van de kruipruimte gelegd. Ook het kruipluik krijgt een laag isolatie en het wordt indien mogelijk voorzien van tocht strips. Het is belangrijk dat alle naden en kieren goed gedicht worden anders werkt de vloerisolatie minder goed. Tenslotte wordt alles netjes opgeruimd.
Overweeg je vloerisolatie, dan is een technische opname door bedrijf of technisch adviseur de volgende stap. Is de kruipruimte goed bereikbaar en hoog genoeg (>50 cm)? Hoe groot is precies het te isoleren oppervlak? Hoeveel leidingwerk is er en in welke staat verkeert het? Ligt er bijvoorbeeld puin of staat er water in de kruipruimte? Ook kijkt hij naar de technische staat van de vloer. Is er bijvoorbeeld sprake van zwamvorming, houtrot of betonrot?
Zo’n opname vormt de basis voor een goede offerte.
Er zijn verschillende manieren om de vloer van onderaf te isoleren. Hou een isolatiewaarde aan van Rc=3,5 tot 5 m2K/W. Hoe meer hoe beter.
Isoleren met reflecterende folies: Deze folies reflecteren de warmte vanuit de woning. Hierdoor koelt de vloer niet af en blijft het warmer in de woning. De meeste isolerende folies hebben met lucht gevulde kamers die voor extra isolatie zorgen. Sommige bestaan uit een combinatie van aluminium en plastic. Om de vochtigheid in de kruipruimte te verbeteren wordt ook een dampdichte PE-folie op de bodem aangebracht.
Isoleren met platen of dekens: Hierbij wordt isolatie van minerale wol of piepschuim van onderaf tegen de vloer of tussen een houten balklaag aangebracht. Het is belangrijk de isolatie naadloos aan te laten sluiten. Ook hierbij wordt een bodemfolie aangeraden.
Isoleren met isolatieschuim: PUR-schuim of glaswol vlokken worden van onderaf tegen de vloer gespoten. Deze techniek is vooral geschikt voor betonnen of steenachtige vloeren. Het volledig opsluiten van de natuurlijke houten balken is niet wenselijk. Het is aan te raden om een dikte van minimaal 10 cm isolatie toe te passen.
Het puin moet uit de kruipruimte worden verwijderd en het uitvoerende bedrijf maakt indien nodig toegangen (mangaten) om afgesloten delen te kunnen bereiken. Ook worden de ventilatieopeningen gecontroleerd en gedeeltelijk afgesloten. Vervolgens wordt isolatiemateriaal via een inblaasslang gelijkmatig over het bodemoppervlak aangebracht. Vanuit de verste uithoeken wordt geleidelijk naar het kruipluik toegewerkt. Tenslotte wordt netjes opgeruimd, binnen enkele uren is het werk gereed.
Voor bodemisolatie wordt meestal gewerkt met polystyreen (piepschuim) chips of parels. Polystyreen kan in natte ruimtes worden toegepast. Ook al staat er water in de kruipruimte, chips en parels drijven en behouden daarbij hun isolerende werking. De parels hebben een koolstof laagje voor hoger rendement.
In kruipruimtes kan ook een schelpenbed worden aangebracht, dit isoleert echter minder.
Overweeg je bodemisolatie, dan is een technische opname van de kruipruimte door een bedrijf of adviseur de volgende stap. Er wordt gekeken naar aanwezig puin, staat van het leidingwerk, aantal compartimenten, hout- en betonrot, vochtigheid en meer. Op basis van de bevindingen en natuurlijk de afmetingen van de kruipruimte wordt de best passende oplossing aangeboden.
Bodemisolatie is interessant als uw kruipruimte vaak nat of een beperkte hoogte heeft, bijvoorbeeld als deze lager is dan 45 cm. De ventilatie van de kruipruimte die boven de isolatie langs gaat dient sterk verminderd te worden. Aanvullende isolatie van de funderingswand verhoogt de isolatiewaarde.
Een kruipruimte is een lage ruimte onder de vloer van de begane grond. De kruipruimte kunt u bereiken door het kruipluik in de vloer. Dit luik bevindt zich meestal onder de
deurmat achter de voordeur. De kruipruimte is onder andere bedoeld om leidingen weg te werken, zoals de riolering of gasleidingen.
Het uitvoerende bedrijf zorgt voor een veilige uitvoering van het werk. Soms is daar een steiger voor nodig. Bij werk aan de binnenzijde van het dak is er meer overlast en zal bovendien de zolder eens goed opgeruimd moeten worden en alles aan de kant gezet. Dit werk neemt vaak meer dan een dag in beslag.
Overweeg je dakisolatie, dan is een technische opname door bedrijf of adviseur de volgende stap. Ze bekijken de bereikbaarheid, staat van onderhoud en alle obstakels als dakramen en ventilatiepijpen. Afhankelijk van de bevindingen en afmetingen van het dak wordt de best passende oplossing aangeboden.
Dakisolatie is met name interessant als de ruimtes op de zolderverdieping veel gebruikt worden, bijvoorbeeld als werkkamer of studeerkamer. Als er vaak warmteoverlast in de zomer is biedt dakisolatie een grote comfortverbetering.
Afhankelijk van het type dak kunt u kiezen voor verschillende manieren van isoleren:
Hellende daken worden vaak van binnenuit geïsoleerd. Hierbij wordt een isolatielaag van 10 tot 15 cm vlaswol, minerale wol of harde isolatieplaten (PIR) van binnen tegen het dakbeschot aangebracht en vervolgens afgewerkt met een damp remmende laag en gipskartonplaten (al dan niet met stukwerk).
Mochten de dakpannen aan vervanging toe zijn, dan is het aan te raden om het dak aan de buitenkant te isoleren. Hierbij komt het dak wel iets hoger te liggen.
Platte daken kunnen het beste van buitenaf onder de dakbedekking met drukvaste hoogwaardige isolatieplaten geïsoleerd worden. Hiervoor is het nodig om ook de dakbedekking te vervangen. Het isoleren van bitumen daken van binnenuit kan tot grote bouwfysische problemen leiden en wordt daarom afgeraden.
Mocht de dakbedekking in goede staat zijn, kan het dak ook volgens het omgekeerd dakprincipe geïsoleerd worden. Hierbij worden speciale isolatieplaten (xps isolatie) op de dakbedekking gelegd en verzwaard met een grindlaag tegen het opwaaien.
Isolerende beglazing
Het verschil tussen dubbelglas en hoogrendementsglas is nauwelijks zichtbaar. Beide soorten bestaan uit twee glasbladen met daartussen een spouw die hermetisch is afgesloten van de buitenwereld. Waar de spouw bij gewone dubbele beglazing gevuld is met droge lucht, is die bij hoogrendementsglas (HR++) gevuld met een edelgas, zoals argon. Edelgas isoleert warmte beter dan gewone lucht.
De beter isolerende beglazingen worden HR+ en HR++ genoemd. Bij deze HR-glassoorten is een coating in de vorm van een flinterdun metaallaagje op de spouwzijde van de binnenruit aangebracht voor betere thermische isolatie: de coating laat de zonnewarmte door naar binnen maar kaatst de warmtestraling die naar buiten gaat, terug.
Heb je een woning met nog enkel glas, oud dubbel glas, slecht onderhouden kozijnen? Heb je last van de kou vanaf het glas of als u van het gas af wil, dan is vervangen van het glas raadzaam.
Houten kozijnen
Het oude glas wordt uitgenomen en voor recycling afgevoerd. Het kozijn wordt opgeschoond, kleine reparaties uitgevoerd en vervolgens gegrond. Dan wordt het isolatieglas geplaatst met nieuwe glaslatten en rondom afgekit. Als laatste lakt de schilder het werk af. Op verzoek wordt het gehele kozijn meegenomen met het schilderen.
Kunststof en aluminium kozijnen
Bij vervangen van isolatieglas in kunststof kozijnen is het van belang de rubbers, die dienen voor afdichting van de ruit, goed te controleren en zo nodig te vervangen. Let op dat de dikte van het nieuwe glas goed is.
Veilig werken
Bij de uitvoering van werkzaamheden is geregeld een steiger, hoogwerker of verreiker nodig om veilig te kunnen werken. De zware glasplaten zijn een grote belasting voor de werknemers.
We horen graag of je tevreden bent. Daarom mailen of bellen we je na afloop van de uitvoering van de klus. Steekproefsgewijs controleren wij de maatregelen om de vinger aan de pols te houden.
Na deze fase is het tijd om te genieten van een tochtvrij huis, een warm vloer of een behaaglijke kamer. Maar misschien heb je snel alweer snel zin in een volgend project. Via onze website, de nieuwsbrief en mailings houden we je op de hoogte en helpen wij je een volgende keer weer graag verder.
Glas vervangen, isolatie, een warmtepomp, het uitvoerende bedrijf neemt zelf contact op met jou als bewoner om een afspraak te maken voor een bezoek aan je woning. Een bezoek vooraf aan de woning is nodig om te bepalen wat per woning de beste oplossing is. Niet iedere oplossing is namelijk overal mogelijk.
Nadat de offerte is geaccepteerd, wordt het werk ingepland.
Het bedrijf voert het werk op de afgesproken dag uit.
We merken dat veel mensen het lastig vinden om het juiste bedrijf te vinden. Daarom is er de Offerteservice van deA met lokale bedrijven.
Handig voor jou als bewoner: je houdt zelf de regie over de offerte en de opdracht. Wij kijken mee en bewaken de kwaliteit. Mocht er iets zijn, kunnen wij helpen. En je weet dat je met een betrouwbaar bedrijf te maken hebt.
En voor de duidelijkheid: we ontvangen hiervoor geen provisie. Waardeer je dat we dit doen? Sluit je aan als lid van onze coöperatie.
Het energielabel voor woningen geeft met de klassen A (groen, zeer zuinig) tot en met G (rood, zeer onzuinig) aan hoe energiezuinig het huis is in vergelijking met soortgelijke huizen. Een energiezuinig huis heeft goede isolatie, dubbel glas, energiezuinige verwarming en zonnepanelen. Het energielabel is een document waarin deze kenmerken zijn beschreven.
Je krijgt als koper of huurder goed inzicht in het te verwachten energieverbruik van de woning en de te verwachten energierekening. Ook kun je inschatten hoe je wooncomfort en CO2-uitstoot zal zijn. Daarnaast staan er aanbevelingen in voor verduurzaming. Het nieuwe energielabel is 10 jaar geldig vanaf certificaatdatum.
Je maakt een afspraak met een vakbekwaam energieadviseur. Die komt langs en bekijkt in gemiddeld een uur tijd het huis. De adviseur neemt kenmerken op van de woning waaronder de afmetingen, en de aanwezige isolatie en installaties, zoals de cv-ketel en zonnepanelen. Op basis hiervan wordt berekend hoeveel energie er nodig is voor verwarming, warm water, ventilatie en koeling van de woning. Je krijgt zo een nauwkeurig energielabel waarop je mogelijkheden voor verdere verduurzaming kunt baseren.
Als je een woning wilt verkopen of verhuren, ben je als woningeigenaar verplicht een energielabel van de woning beschikbaar te stellen. Sinds 1 januari 2021 is dit energielabel uitgebreid en is het eenvoudige, fraudegevoelige label vervallen. Het is verplicht het energielabel in verkoop- of verhuuradvertentie te tonen. Je ziet dus in één oogopslag of de woning zuinig of onzuinig en wat je kunt doen om de woning (verder) te verduurzamen.
Het energielabel wordt meegenomen in het taxatierapport, dit kan goed zijn voor de verkoopprijs en de snelheid waarmee de woning wordt verkocht. Immers, hoe duurzamer de woning, hoe minder groot de kans is op grote investeringen in de toekomst en hoe meer deze waard is.
De prijs van een energielabel hangt af van meerdere factoren waaronder woningtype, beschikbare documentatie en de tijd die een energieadviseur nodig heeft om alle kenmerken op te nemen.
De indicatieve prijzen voor een energielabel zijn:
Ben je lid van deA, dan krijg je 25 euro korting.
Om volledig elektrisch (warmtepomp)de woning te verwarmen is een isolatie-waarde overeenkomstig nieuwbouw wenselijk, of minimaal energielabel A. Voor de gasnet-optie is isoleren tot een energielabel D voldoende. Beter isoleren is altijd goed (als dat past bij de woning), want betere isolatie leidt tot minder energieverlies en meer comfort in de woning.
Voor alle warmteoplossingen is het advies om te zorgen voor goede isolatie in de woning. Soms is dat best lastig en kostbaar. De overheid biedt subsidiemogelijkheden voor isolatie. U kunt de hulp inroepen van de energiecoach om met u mee te denken over de isolatie-mogelijkheden.
Met een warmtepomp verwarm je -net als een cv-ketel- je woning. Een warmtepomp onttrekt warmte aan natuurlijke warmtebronnen, zoals de buitenlucht, de aarde of het grondwater. Deze warmte verwarmt vervolgens water of je cv-installatie. Het doet denken aan de werking van een koelkast.
Een hybride warmtepomp is een combinatie van een warmtepomp met een gasgestookte hr-ketel. Doorgaans houdt de elektrische warmtepomp de temperatuur in huis aangenaam. Als het ’s winters heel koud is, kan de gasgestookte cv-ketel bijspringen. Met de huidige warme winters (op enkele dagen na) zal de hybride veel gebruik maken van de zachte buitenlucht. Het gasverbruik gaat bij een hybride systeem dus meteen behoorlijk omlaag!
Ook niet onbelangrijk: je woning maakt stappen qua energielabel! Dat kan gunstig zijn bij een aanvraag/verlenging van je hypotheek.
Een keuze voor duurzaam gas / hybride betekend het behoud van een cv-ketel eventueel icm een warmtepomp (hybride). Niet alle woningen zijn geschikt voor een warmtepomp. En niet iedereen wil een warmtepomp. Dan is alleen duurzaam gas een prima keus. Maar met een hybride warmtepomp is de totaal oplossing wel duurzamer (en in gebruik goedkoper) dan alleen een cv-ketel.
Voor bodemisolatie wordt meestal gewerkt met polystyreen (piepschuim) chips of parels. Polystyreen kan in natte ruimtes worden toegepast. Ook al staat er water in de kruipruimte, chips en parels drijven en behouden daarbij hun isolerende werking. De parels hebben een koolstof laagje voor hoger rendement.
In kruipruimtes kan ook een schelpenbed worden aangebracht, dit isoleert echter minder.
Overweeg je bodemisolatie?, dan is een technische opname van de kruipruimte door een bedrijf of adviseur de volgende stap. Er wordt gekeken naar aanwezig puin, staat van het leidingwerk, aantal compartimenten, hout- en betonrot, vochtigheid en meer. Op basis van de bevindingen en natuurlijk de afmetingen van de kruipruimte wordt de best passende oplossing aangeboden.
Bodemisolatie is interessant als uw kruipruimte vaak nat of een beperkte hoogte heeft, bijvoorbeeld als deze lager is dan 45 cm. De ventilatie van de kruipruimte die boven de isolatie langs gaat dient sterk verminderd te worden. Aanvullende isolatie van de funderingswand verhoogt de isolatiewaarde.
Nee, de energiecoach is geen specialist, niet op alle vragen heeft hij/zij het antwoord. De energiecoach kan daarom altijd navraag doen bij één van deze adviseurs. Soms kan het verstandig zijn nader onderzoek te laten doen een adviseur voordat wellicht de verkeerde maatregelen worden genomen. In tegenstelling tot de energiecoach moet voor de adviseur wel betaald worden. Uiteraard gaat gebeurt dit altijd in overleg met jou als bewoner.
Met je huis aan de slag? De energiecoach helpt je verder. Deze opgeleide vrijwilliger komt bij je thuis en bespreekt je wensen en mogelijkheden. Ook bekijkt de coach je huis én je energiegebruik. Daarmee krijg je informatie en tips waarmee je zelf aan de slag kunt. Welke stappen leveren je geld op? Wat scheelt comfort? en hoe verminder je je energieverbruik? Dat is wel zo handig om te weten; zeker als je beslissingen moet nemen over onderhoud en renovatie of als je gaat verhuizen.
Na het bezoek van de energiecoach krijg je per mail een verslag met de bevindingen, tips en afspraken die zijn gemaakt. We hopen dat je na het bezoek van onze energiecoach een goed overzicht hebt gekregen van de mogelijkheden die er zijn om jouw woning stap voor stap verder te verduurzamen. Het nemen van maatregelen kan je natuurlijk zelf gaan doen. Een andere optie is dat wij een offerte voor je aanvragen bij een van de bedrijven waarmee we samenwerken.
Je krijgt informatie en tips waarmee je zelf aan de slag kunt. Welke stappen leveren je geld op? Wat scheelt comfort en hoe verminder je je energieverbruik? Wil je ook geld besparen op je energierekening? De energiecoach:
Dat is wel zo handig om te weten; zeker als je beslissingen moet nemen over onderhoud en renovatie.
Een advies van de energiecoach is onafhankelijk en kosteloos.
Naast energiecoaches heeft deA de beschikking over adviseurs. De energiecoach is geen specialist, niet op alle vragen heeft hij/zij het antwoord. De energiecoach kan daarom altijd navraag doen bij één van deze adviseurs. Het is mogelijk om naar wens nader onderzoek te laten doen door een adviseur. In tegenstelling tot de energiecoach moet voor de adviseur wel betaald worden.
Wil je een afspraak met een energiecoach? Vul hieronder je gegevens in en we nemen contact met je op.
Nadat je de aanvraag voor de energiecoach bij je thuis hebt ingediend wordt deze doorgestuurd naar de energiecoach die het dichtstbij woont of het beste beschikbaar is. Deze neemt zo spoedig mogelijk contact met je op voor het maken van een afspraak. Dit kan eventueel ook in de avonduren. Houd je gebruiksgegevens, je jaarafrekening bijvoorbeeld, bij de hand zodat de coach kan meekijken naar je energierekening en verbruik.
Na het bezoek van de energiecoach krijg je per mail een verslag met de bevindingen, tips en afspraken die zijn gemaakt. We hopen dat je na het bezoek van onze energiecoach een goed overzicht hebt gekregen van de mogelijkheden die er zijn om jouw woning stap voor stap verder te verduurzamen. Het nemen van maatregelen kun je natuurlijk zelf gaan doen. Een andere optie is dat je een offerte aanvraagt bij een van de bedrijven waarmee we samenwerken.
Bij onze coöperatie kun je een gesprek aanvragen met één van onze vrijwillige energiecoaches. Die maakt een afspraak met je en bespreekt je wensen en mogelijkheden. Ook bekijkt de coach je huis én je energiegebruik. Daarvoor kunnen de coach en jij een digitale tool gebruiken die je huis in kaart brengt, de kansen en de kosten weergeeft. Na het gesprek heb je een concreet beeld van wat er kan in je huis én wat de kosten daarvan zijn.
Veel mensen weten niet goed welke maatregel bij hun huis past. Ze kunnen dan de hulp inroepen van de energiecoaches. Met het advies van de energiecoach kun je aan de slag om de volgende stap te zetten richting een duurzaam huis.
Als bewoner van Apeldoorn kun je het HOOMdossier gratis aanvragen en gebruiken. We helpen je graag op weg om overzicht te krijgen wat je moet doen om je huis klaar voor de toekomst te maken. Én wat dat kost.
Zou je daarna nog persoonlijk advies kunnen gebruiken, dan kun je een gesprek met de energiecoach aanvragen. Het adviesgesprek kan online of bij je thuis, net wat bij jou past.
HOOMdossier is een online programma dat je stap voor stap inzicht geeft in het energiegebruik van je woning. Ook zie je wat handige maatregelen zijn voor jouw situatie en wat die kosten. Je vind in het HOOMdossier ook heel veel achtergrondinformatie. Daarmee kan je zelf de volgorde van te nemen maatregelen bepalen. Je kunt dat in het dossier zelf online bijhouden. Hoomdossier helpt je ook om onderhoud en woningverbetering mee te nemen met het energiezuiniger maken van je woning.
De energiecoach maakt ook gebruik van het HOOMdossier. Wel zo gemakkelijk dus als jullie samen in gesprek zijn over jouw woning.
Heeft je huidige ventilatiebox een perilex-stekker? Dan kan je nieuwe ventilatiebox gemakkelijk worden geïnstalleerd. Je hoeft verder niets te doen.
Heeft je huidige ventilatiebox een randaarde-stekker? Dan is het noodzakelijk ook een afstandbediening bij te bestellen: anders is de ventilatiebox niet in standen te bedienen.
Kruis bij het bestelformulier aan dat je een afstandbediening nodig hebt.
Er is veel vraag naar ventilatieboxen. Houd rekening met een levertijd van 2 maanden. Yakon Air neemt contact met je op om de afspraak te bevestigen en de afspraak in te plannen.
Bij het reinigen worden de luchtkanalen van het ventilatieboxsysteem met een speciale vacuüm/borsteltechniek stofvrij schoongemaakt.
Eerst worden alle openingen van de kanalen afgedopt(waar de kanalen zitten) en wordt vervolgens een de afzuigunit aan op het uiteinde van het kanaal aangesloten.
De afzuigunit-met eigen schone filters- zorgt ervoor dat het systeem in onderdruk komt te staan. Daarna wordt via de openingen van de ventielen het kanalensysteem schoongeborsteld.
Al het losgekomen vuil zal via de afzuigunit opgevangen en milieuvriendelijk afgevoerd worden.
Heb je een ventilatiebox op wisselstroom (AC)? Dan is het de moeite waard om die te vervangen voor een nieuwe, energiezuinige ventilatorbox.
Een ventilatiebox gaat 15 – 25 jaar mee. Nieuwer boxen zijn geluidsarmer en energiezuiniger.
Heb je een ventilatiebox als deze? Of een ander ventilatiebox, ouder dan 15 jaar, of een ventilatiebox op wisselstroom (AC)? Dan is het de moeite waard om die te vervangen voor een nieuwer type.
Oudere huizen werden/worden geventileerd met klapraampjes en roosters. Dat is in beter geïsoleerde huizen vaak niet genoeg om frisse lucht in huis te houden.
Mechanische Ventilatie
Mechanische ventilatie voert de lucht af. In de badkamer, de wc, en de keuken zie je een ventiel, buizen voeren de lucht vervolgens af naar de ventilatiebox. Die box hangt ergens in huis, vaak is dat op zolder. Dit is de ventilator die voor zuigkracht zorgt. Er zijn verschillende modellen en types met verschillende mogelijkheden. In appartementencomplexen worden soms meerdere woningen aangesloten of één ventilator.
Balansventilatie
Nog nieuwer is balansventilatie. Hierbij wordt schone lucht aangevoerd en gebruikte lucht ook weer afgevoerd. Al dan niet met een wtw-systeem (warmteterugwinning).
Heb je je ventilatiebox gevonden?
Check wat voor box je hebt. Oudere ventilatieboxen werken vaak op wisselstroom (AC). Nieuwe werken op gelijkstroom (DC). Met het vervangen van je ventilatiebox kun je energie besparen!
Oudere ventilatieboxen werken vaak op wisselstroom. De nieuwere op gelijkstroom. Dat kost minder energie. Een oudere ventilatiebox kan wel 10 x zoveel stroom gebruiken, als een nieuwe!
Het is helaas niet meer altijd vanzelfsprekend dat je de energie die je opwekt met zonnepanelen kunt terugleveren aan het stroomnet. Controleer of op jouw adres problemen met terugleveren bekend zijn.
Vanaf 6 zonnepanelen is een aparte groep of andere oplossing (splitsing met een extra aardlekschakelaar) nodig. Als er geen groep vrij is of vrij gemaakt kan worden, is aanpassing van de meterkast nodig.
Met zonnepanelen wek je 100% groene stroom op. Je stoot hierbij dus geen CO2 uit. Hierdoor verminder je de CO2-uitstoot in Nederland. Volgens Milieucentraal bespaar je dan 0,36 kg CO2 per kWh, op basis van de huidige energiemix in ons land.
Wat betekent dat per huishouden per jaar?
Het gemiddelde stroomverbruik voor een huishouden in Nederland is ca 2765 kwh/jaar. Stel: je wekt deze 2765 kwh op met zonnepanelen. Dat betekent:
Per jaar besparen jouw zonnepanelen dus zo’n 1000 kg CO2 . De eerste paar jaar helpt dit de CO2-uitstoot van de productie van de zonnepanelen te compenseren, daarna reduceren ze dus jaar in jaar uit de uitstoot in Nederland.
Ter vergelijk: een gemiddelde auto stoot ca 100 gr CO2 uit per km ( of te wel 0,1 kg CO2/km). De bespaarde CO2 met jouw panelen is dus gelijk aan:
Dat is dus best aanzienlijk!
Zelf energie opwekken is mooi. Heb je bomen rond je huis die de zon tegenhouden? Laat die vooral staan: bomen zijn belangrijk.
Er zijn allerlei andere manieren om zelf energie op te wekken. Wat dacht je van panelen op een dak in je buurt of ergens rond Apeldoorn?
Bekijk hier de mogelijkheden: Alle daken zon
Voor de aanschaf van zonnepanelen is momenteel geen subsidie. Wel kun je de btw terug krijgen en zijn er diverse leningen mogelijk. Kijk hier voor de mogelijkheden.
In overleg met de bedrijven doen we je een scherp én kwalitatief goed voorstel. Dat is niet perse het goedkoopste systeem, maar je kiest wel voor een goede zonnepanelen-installatie geleverd door een betrouwbare lokale installateur.
Prijzen zijn voor een geheel geïnstalleerd systeem, dus inclusief installatiekosten. Eventuele meerkosten zal de installateur van te voren met je bespreken.
Zodra je je inschrijft, neemt een van de deelnemende installatiebedrijven contact met je op om een afspraak te maken. De installateur komt bij je langs en bespreekt de situatie. Binnen 10 werkdagen ontvang je een offerte. Zodra je akkoord gaat, worden de zonnepanelen binnen één maand gelegd.
Als je zonnepanelen op je dak hebt liggen, produceer je zelf energie. Deze energie wordt terug geleverd op het net. De stroom die je teruglevert wordt gesaldeerd met je verbruik. Wek je met zonnepanelen jaarlijks meer energie op dan je zelf verbruikt? Dan krijg je een terugleververgoeding van €0,o8 over de eerste 10.000 kilowattuur netto teruglevering. Meer informatie over energie terugleveren lees je hier.
Meestal niet. De houtverbindingen, de scharnieren en de raamsluiting van bestaande ramen zijn niet geschikt voor het zwaardere triple glas. Gevolg is dat het raam gaat uitzakken. De oude kierdichting wordt het grote lek, als die niet vervangen wordt door een dubbele rij.
Spouwmuurisolatie is interessant als u een woning heeft met een bouwjaar tussen ca. 1920 en 1976. In deze periode werden spouwmuren nog niet standaard geïsoleerd bij de bouw. Tussen 1970 en 1976 kregen nieuwe woningen soms wel een geringe spouwmuurisolatie. Deze kan soms worden nagevuld. Woningen van vóór 1920 hebben doorgaans geen spouwmuur.
Overweeg je spouwmuurisolatie, vraag dan een offerte aan bij een isolatie bedrijf. Een specialist komt dan langs en onderzoekt de spouwmuur met een endoscoop. Hiervoor boort hij enkele gaatjes in de voegen van de buitenmuur. De technisch specialist kijkt wat de breedte van de spouw is en of er metselresten aanwezig zijn die het isoleren kunnen bemoeilijken.
Voor het isoleren van de spouwmuur boort het uitvoerende bedrijf in een regelmatig patroon gaten in de voegen van de gevel. De boorgaten worden na het inspuiten van het isolatiemateriaal weer netjes gedicht. Het isolatiebedrijf zorgt dat ventilatie van kruipruimtes of andere ruimtes geborgd blijft. Om te voorkomen dat het isolatiemateriaal eventueel in de spouw van een aangrenzende woning verdwijnt, brengt het bedrijf spouwscheiders aan. Als uw buren gelijktijdig dezelfde isolatie laten aanbrengen, zijn spouwscheiders niet nodig.
Als u een woning heeft met een bouwjaar voor 1920 dan is de gevel niet anders te isoleren. De kosten voor aanbrengen en de besparing op energie zijn beide hoog. Laat de winst op het comfort de doorslag geven.
EPS, PUR, PIR en Resol
Deze isolatie is stevig genoeg om na het aanbrengen van een gaas op te kunnen stuken. PIR en Resol isoleren beter dan EPS en PUR bij gelijke dikte.
Glaswol en steenwol
Voor deze isolatie is een regelwerk nodig om de platen tussen te plaatsen. Het wordt vaker binnen toegepast en dan komt er een damp remmende laag of een klimaatfolie op de isolatie om condens te voorkomen. De afwerking wordt met gips en stuuk gedaan, maar ook met houten delen.
Natuurlijke materialen
Natuurlijke producten zoals houtvezelplaten, vlaswol of schapenwol hebben vrijwel dezelfde isolatie waardes als minerale wol of schuimplaten maar zijn beter geschikt om oververhitting in de zomersituatie tegen te houden. Bovendien kunnen sommige van deze materialen ingezet worden om damp-open te bouwen.
Aluminium
Deze folies, een combinatie van aluminium en PE werken op basis van reflectie van warmte en zijn in zeer dunne uitvoering verkrijgbaar. Aandachtspunt is de geclaimde weerstandswaarde voor warmte.
Platen isolatie worden stevig tegen de muur gelijmd en verankerd of ze worden bevestigd tussen regelwerk; houten of metalen staanders en liggers.
Buiten Isolatie aan de buitenzijde wordt afgewerkt met een heel scala aan materialen zoals stuuk, rabat, steen strips en natuursteen. Let op de aansluitingen op terrein niveau, goten en kozijnen. Voor buitengevelisolatie is vaak een omgevingsvergunning nodig.
Binnen Aan de binnenzijde wordt meestal een isolerende voorzetwand geplaatst. De dikte kan afhankelijk van de beschikbare ruimte en de gewenste isolatiewaarde variëren van 5 tot 15 cm. Om condensproblemen te voorkomen is het belangrijk om een goede dampremmende laag aan de binnenzijde aan te brengen.
Bij binnenisolatie zijn de details heel belangrijk. Met name aansluitingen op vloeren, kozijnen, vensterbanken en plafonds. Ook is er aandacht voor de radiatoren nodig.
Voordat het isolatiebedrijf aan de slag kan, moet de kruipruimte vrij zijn van puin en opslag. Ook moeten alle compartimenten van de kruipruimte bereikbaar zijn. Zo nodig wordt hiervoor een mangat onder een betonnen
fundering gegraven of een gat in een gemetselde fundering gehakt. Voor aanvang van het isolatiewerk wordt meestal een folie op de bodem van de kruipruimte gelegd. Ook het kruipluik krijgt een laag isolatie en het wordt indien mogelijk voorzien van tocht strips. Het is belangrijk dat alle naden en kieren goed gedicht worden anders werkt de vloerisolatie minder goed. Tenslotte wordt alles netjes opgeruimd.
Overweeg je vloerisolatie, dan is een technische opname door bedrijf of technisch adviseur de volgende stap. Is de kruipruimte goed bereikbaar en hoog genoeg (>50 cm)? Hoe groot is precies het te isoleren oppervlak? Hoeveel leidingwerk is er en in welke staat verkeert het? Ligt er bijvoorbeeld puin of staat er water in de kruipruimte? Ook kijkt hij naar de technische staat van de vloer. Is er bijvoorbeeld sprake van zwamvorming, houtrot of betonrot?
Zo’n opname vormt de basis voor een goede offerte.
Er zijn verschillende manieren om de vloer van onderaf te isoleren. Hou een isolatiewaarde aan van Rc=3,5 tot 5 m2K/W. Hoe meer hoe beter.
Isoleren met reflecterende folies: Deze folies reflecteren de warmte vanuit de woning. Hierdoor koelt de vloer niet af en blijft het warmer in de woning. De meeste isolerende folies hebben met lucht gevulde kamers die voor extra isolatie zorgen. Sommige bestaan uit een combinatie van aluminium en plastic. Om de vochtigheid in de kruipruimte te verbeteren wordt ook een dampdichte PE-folie op de bodem aangebracht.
Isoleren met platen of dekens: Hierbij wordt isolatie van minerale wol of piepschuim van onderaf tegen de vloer of tussen een houten balklaag aangebracht. Het is belangrijk de isolatie naadloos aan te laten sluiten. Ook hierbij wordt een bodemfolie aangeraden.
Isoleren met isolatieschuim: PUR-schuim of glaswol vlokken worden van onderaf tegen de vloer gespoten. Deze techniek is vooral geschikt voor betonnen of steenachtige vloeren. Het volledig opsluiten van de natuurlijke houten balken is niet wenselijk. Het is aan te raden om een dikte van minimaal 10 cm isolatie toe te passen.
Het puin moet uit de kruipruimte worden verwijderd en het uitvoerende bedrijf maakt indien nodig toegangen (mangaten) om afgesloten delen te kunnen bereiken. Ook worden de ventilatieopeningen gecontroleerd en gedeeltelijk afgesloten. Vervolgens wordt isolatiemateriaal via een inblaasslang gelijkmatig over het bodemoppervlak aangebracht. Vanuit de verste uithoeken wordt geleidelijk naar het kruipluik toegewerkt. Tenslotte wordt netjes opgeruimd, binnen enkele uren is het werk gereed.
Voor bodemisolatie wordt meestal gewerkt met polystyreen (piepschuim) chips of parels. Polystyreen kan in natte ruimtes worden toegepast. Ook al staat er water in de kruipruimte, chips en parels drijven en behouden daarbij hun isolerende werking. De parels hebben een koolstof laagje voor hoger rendement.
In kruipruimtes kan ook een schelpenbed worden aangebracht, dit isoleert echter minder.
Overweeg je bodemisolatie, dan is een technische opname van de kruipruimte door een bedrijf of adviseur de volgende stap. Er wordt gekeken naar aanwezig puin, staat van het leidingwerk, aantal compartimenten, hout- en betonrot, vochtigheid en meer. Op basis van de bevindingen en natuurlijk de afmetingen van de kruipruimte wordt de best passende oplossing aangeboden.
Bodemisolatie is interessant als uw kruipruimte vaak nat of een beperkte hoogte heeft, bijvoorbeeld als deze lager is dan 45 cm. De ventilatie van de kruipruimte die boven de isolatie langs gaat dient sterk verminderd te worden. Aanvullende isolatie van de funderingswand verhoogt de isolatiewaarde.
Een kruipruimte is een lage ruimte onder de vloer van de begane grond. De kruipruimte kunt u bereiken door het kruipluik in de vloer. Dit luik bevindt zich meestal onder de
deurmat achter de voordeur. De kruipruimte is onder andere bedoeld om leidingen weg te werken, zoals de riolering of gasleidingen.
Het uitvoerende bedrijf zorgt voor een veilige uitvoering van het werk. Soms is daar een steiger voor nodig. Bij werk aan de binnenzijde van het dak is er meer overlast en zal bovendien de zolder eens goed opgeruimd moeten worden en alles aan de kant gezet. Dit werk neemt vaak meer dan een dag in beslag.
Overweeg je dakisolatie, dan is een technische opname door bedrijf of adviseur de volgende stap. Ze bekijken de bereikbaarheid, staat van onderhoud en alle obstakels als dakramen en ventilatiepijpen. Afhankelijk van de bevindingen en afmetingen van het dak wordt de best passende oplossing aangeboden.
Dakisolatie is met name interessant als de ruimtes op de zolderverdieping veel gebruikt worden, bijvoorbeeld als werkkamer of studeerkamer. Als er vaak warmteoverlast in de zomer is biedt dakisolatie een grote comfortverbetering.
Afhankelijk van het type dak kunt u kiezen voor verschillende manieren van isoleren:
Hellende daken worden vaak van binnenuit geïsoleerd. Hierbij wordt een isolatielaag van 10 tot 15 cm vlaswol, minerale wol of harde isolatieplaten (PIR) van binnen tegen het dakbeschot aangebracht en vervolgens afgewerkt met een damp remmende laag en gipskartonplaten (al dan niet met stukwerk).
Mochten de dakpannen aan vervanging toe zijn, dan is het aan te raden om het dak aan de buitenkant te isoleren. Hierbij komt het dak wel iets hoger te liggen.
Platte daken kunnen het beste van buitenaf onder de dakbedekking met drukvaste hoogwaardige isolatieplaten geïsoleerd worden. Hiervoor is het nodig om ook de dakbedekking te vervangen. Het isoleren van bitumen daken van binnenuit kan tot grote bouwfysische problemen leiden en wordt daarom afgeraden.
Mocht de dakbedekking in goede staat zijn, kan het dak ook volgens het omgekeerd dakprincipe geïsoleerd worden. Hierbij worden speciale isolatieplaten (xps isolatie) op de dakbedekking gelegd en verzwaard met een grindlaag tegen het opwaaien.
Isolerende beglazing
Het verschil tussen dubbelglas en hoogrendementsglas is nauwelijks zichtbaar. Beide soorten bestaan uit twee glasbladen met daartussen een spouw die hermetisch is afgesloten van de buitenwereld. Waar de spouw bij gewone dubbele beglazing gevuld is met droge lucht, is die bij hoogrendementsglas (HR++) gevuld met een edelgas, zoals argon. Edelgas isoleert warmte beter dan gewone lucht.
De beter isolerende beglazingen worden HR+ en HR++ genoemd. Bij deze HR-glassoorten is een coating in de vorm van een flinterdun metaallaagje op de spouwzijde van de binnenruit aangebracht voor betere thermische isolatie: de coating laat de zonnewarmte door naar binnen maar kaatst de warmtestraling die naar buiten gaat, terug.
Heb je een woning met nog enkel glas, oud dubbel glas, slecht onderhouden kozijnen? Heb je last van de kou vanaf het glas of als u van het gas af wil, dan is vervangen van het glas raadzaam.
Houten kozijnen
Het oude glas wordt uitgenomen en voor recycling afgevoerd. Het kozijn wordt opgeschoond, kleine reparaties uitgevoerd en vervolgens gegrond. Dan wordt het isolatieglas geplaatst met nieuwe glaslatten en rondom afgekit. Als laatste lakt de schilder het werk af. Op verzoek wordt het gehele kozijn meegenomen met het schilderen.
Kunststof en aluminium kozijnen
Bij vervangen van isolatieglas in kunststof kozijnen is het van belang de rubbers, die dienen voor afdichting van de ruit, goed te controleren en zo nodig te vervangen. Let op dat de dikte van het nieuwe glas goed is.
Veilig werken
Bij de uitvoering van werkzaamheden is geregeld een steiger, hoogwerker of verreiker nodig om veilig te kunnen werken. De zware glasplaten zijn een grote belasting voor de werknemers.
Om volledig elektrisch (warmtepomp)de woning te verwarmen is een isolatie-waarde overeenkomstig nieuwbouw wenselijk, of minimaal energielabel A. Voor de gasnet-optie is isoleren tot een energielabel D voldoende. Beter isoleren is altijd goed (als dat past bij de woning), want betere isolatie leidt tot minder energieverlies en meer comfort in de woning.
Voor alle warmteoplossingen is het advies om te zorgen voor goede isolatie in de woning. Soms is dat best lastig en kostbaar. De overheid biedt subsidiemogelijkheden voor isolatie. U kunt de hulp inroepen van de energiecoach om met u mee te denken over de isolatie-mogelijkheden.
Het energielabel voor woningen geeft met de klassen A (groen, zeer zuinig) tot en met G (rood, zeer onzuinig) aan hoe energiezuinig het huis is in vergelijking met soortgelijke huizen. Een energiezuinig huis heeft goede isolatie, dubbel glas, energiezuinige verwarming en zonnepanelen. Het energielabel is een document waarin deze kenmerken zijn beschreven.
Je krijgt als koper of huurder goed inzicht in het te verwachten energieverbruik van de woning en de te verwachten energierekening. Ook kun je inschatten hoe je wooncomfort en CO2-uitstoot zal zijn. Daarnaast staan er aanbevelingen in voor verduurzaming. Het nieuwe energielabel is 10 jaar geldig vanaf certificaatdatum.
Je maakt een afspraak met een vakbekwaam energieadviseur. Die komt langs en bekijkt in gemiddeld een uur tijd het huis. De adviseur neemt kenmerken op van de woning waaronder de afmetingen, en de aanwezige isolatie en installaties, zoals de cv-ketel en zonnepanelen. Op basis hiervan wordt berekend hoeveel energie er nodig is voor verwarming, warm water, ventilatie en koeling van de woning. Je krijgt zo een nauwkeurig energielabel waarop je mogelijkheden voor verdere verduurzaming kunt baseren.
Als je een woning wilt verkopen of verhuren, ben je als woningeigenaar verplicht een energielabel van de woning beschikbaar te stellen. Sinds 1 januari 2021 is dit energielabel uitgebreid en is het eenvoudige, fraudegevoelige label vervallen. Het is verplicht het energielabel in verkoop- of verhuuradvertentie te tonen. Je ziet dus in één oogopslag of de woning zuinig of onzuinig en wat je kunt doen om de woning (verder) te verduurzamen.
Het energielabel wordt meegenomen in het taxatierapport, dit kan goed zijn voor de verkoopprijs en de snelheid waarmee de woning wordt verkocht. Immers, hoe duurzamer de woning, hoe minder groot de kans is op grote investeringen in de toekomst en hoe meer deze waard is.
De prijs van een energielabel hangt af van meerdere factoren waaronder woningtype, beschikbare documentatie en de tijd die een energieadviseur nodig heeft om alle kenmerken op te nemen.
De indicatieve prijzen voor een energielabel zijn:
Ben je lid van deA, dan krijg je 25 euro korting.
Meestal niet. De houtverbindingen, de scharnieren en de raamsluiting van bestaande ramen zijn niet geschikt voor het zwaardere triple glas. Gevolg is dat het raam gaat uitzakken. De oude kierdichting wordt het grote lek, als die niet vervangen wordt door een dubbele rij.
Isolerende beglazing
Het verschil tussen dubbelglas en hoogrendementsglas is nauwelijks zichtbaar. Beide soorten bestaan uit twee glasbladen met daartussen een spouw die hermetisch is afgesloten van de buitenwereld. Waar de spouw bij gewone dubbele beglazing gevuld is met droge lucht, is die bij hoogrendementsglas (HR++) gevuld met een edelgas, zoals argon. Edelgas isoleert warmte beter dan gewone lucht.
De beter isolerende beglazingen worden HR+ en HR++ genoemd. Bij deze HR-glassoorten is een coating in de vorm van een flinterdun metaallaagje op de spouwzijde van de binnenruit aangebracht voor betere thermische isolatie: de coating laat de zonnewarmte door naar binnen maar kaatst de warmtestraling die naar buiten gaat, terug.
Heb je een woning met nog enkel glas, oud dubbel glas, slecht onderhouden kozijnen? Heb je last van de kou vanaf het glas of als u van het gas af wil, dan is vervangen van het glas raadzaam.
Houten kozijnen
Het oude glas wordt uitgenomen en voor recycling afgevoerd. Het kozijn wordt opgeschoond, kleine reparaties uitgevoerd en vervolgens gegrond. Dan wordt het isolatieglas geplaatst met nieuwe glaslatten en rondom afgekit. Als laatste lakt de schilder het werk af. Op verzoek wordt het gehele kozijn meegenomen met het schilderen.
Kunststof en aluminium kozijnen
Bij vervangen van isolatieglas in kunststof kozijnen is het van belang de rubbers, die dienen voor afdichting van de ruit, goed te controleren en zo nodig te vervangen. Let op dat de dikte van het nieuwe glas goed is.
Veilig werken
Bij de uitvoering van werkzaamheden is geregeld een steiger, hoogwerker of verreiker nodig om veilig te kunnen werken. De zware glasplaten zijn een grote belasting voor de werknemers.
Het uitvoerende bedrijf zorgt voor een veilige uitvoering van het werk. Soms is daar een steiger voor nodig. Bij werk aan de binnenzijde van het dak is er meer overlast en zal bovendien de zolder eens goed opgeruimd moeten worden en alles aan de kant gezet. Dit werk neemt vaak meer dan een dag in beslag.
Overweeg je dakisolatie, dan is een technische opname door bedrijf of adviseur de volgende stap. Ze bekijken de bereikbaarheid, staat van onderhoud en alle obstakels als dakramen en ventilatiepijpen. Afhankelijk van de bevindingen en afmetingen van het dak wordt de best passende oplossing aangeboden.
Dakisolatie is met name interessant als de ruimtes op de zolderverdieping veel gebruikt worden, bijvoorbeeld als werkkamer of studeerkamer. Als er vaak warmteoverlast in de zomer is biedt dakisolatie een grote comfortverbetering.
Afhankelijk van het type dak kunt u kiezen voor verschillende manieren van isoleren:
Hellende daken worden vaak van binnenuit geïsoleerd. Hierbij wordt een isolatielaag van 10 tot 15 cm vlaswol, minerale wol of harde isolatieplaten (PIR) van binnen tegen het dakbeschot aangebracht en vervolgens afgewerkt met een damp remmende laag en gipskartonplaten (al dan niet met stukwerk).
Mochten de dakpannen aan vervanging toe zijn, dan is het aan te raden om het dak aan de buitenkant te isoleren. Hierbij komt het dak wel iets hoger te liggen.
Platte daken kunnen het beste van buitenaf onder de dakbedekking met drukvaste hoogwaardige isolatieplaten geïsoleerd worden. Hiervoor is het nodig om ook de dakbedekking te vervangen. Het isoleren van bitumen daken van binnenuit kan tot grote bouwfysische problemen leiden en wordt daarom afgeraden.
Mocht de dakbedekking in goede staat zijn, kan het dak ook volgens het omgekeerd dakprincipe geïsoleerd worden. Hierbij worden speciale isolatieplaten (xps isolatie) op de dakbedekking gelegd en verzwaard met een grindlaag tegen het opwaaien.
Voordat het isolatiebedrijf aan de slag kan, moet de kruipruimte vrij zijn van puin en opslag. Ook moeten alle compartimenten van de kruipruimte bereikbaar zijn. Zo nodig wordt hiervoor een mangat onder een betonnen
fundering gegraven of een gat in een gemetselde fundering gehakt. Voor aanvang van het isolatiewerk wordt meestal een folie op de bodem van de kruipruimte gelegd. Ook het kruipluik krijgt een laag isolatie en het wordt indien mogelijk voorzien van tocht strips. Het is belangrijk dat alle naden en kieren goed gedicht worden anders werkt de vloerisolatie minder goed. Tenslotte wordt alles netjes opgeruimd.
Overweeg je vloerisolatie, dan is een technische opname door bedrijf of technisch adviseur de volgende stap. Is de kruipruimte goed bereikbaar en hoog genoeg (>50 cm)? Hoe groot is precies het te isoleren oppervlak? Hoeveel leidingwerk is er en in welke staat verkeert het? Ligt er bijvoorbeeld puin of staat er water in de kruipruimte? Ook kijkt hij naar de technische staat van de vloer. Is er bijvoorbeeld sprake van zwamvorming, houtrot of betonrot?
Zo’n opname vormt de basis voor een goede offerte.
Er zijn verschillende manieren om de vloer van onderaf te isoleren. Hou een isolatiewaarde aan van Rc=3,5 tot 5 m2K/W. Hoe meer hoe beter.
Isoleren met reflecterende folies: Deze folies reflecteren de warmte vanuit de woning. Hierdoor koelt de vloer niet af en blijft het warmer in de woning. De meeste isolerende folies hebben met lucht gevulde kamers die voor extra isolatie zorgen. Sommige bestaan uit een combinatie van aluminium en plastic. Om de vochtigheid in de kruipruimte te verbeteren wordt ook een dampdichte PE-folie op de bodem aangebracht.
Isoleren met platen of dekens: Hierbij wordt isolatie van minerale wol of piepschuim van onderaf tegen de vloer of tussen een houten balklaag aangebracht. Het is belangrijk de isolatie naadloos aan te laten sluiten. Ook hierbij wordt een bodemfolie aangeraden.
Isoleren met isolatieschuim: PUR-schuim of glaswol vlokken worden van onderaf tegen de vloer gespoten. Deze techniek is vooral geschikt voor betonnen of steenachtige vloeren. Het volledig opsluiten van de natuurlijke houten balken is niet wenselijk. Het is aan te raden om een dikte van minimaal 10 cm isolatie toe te passen.
Het puin moet uit de kruipruimte worden verwijderd en het uitvoerende bedrijf maakt indien nodig toegangen (mangaten) om afgesloten delen te kunnen bereiken. Ook worden de ventilatieopeningen gecontroleerd en gedeeltelijk afgesloten. Vervolgens wordt isolatiemateriaal via een inblaasslang gelijkmatig over het bodemoppervlak aangebracht. Vanuit de verste uithoeken wordt geleidelijk naar het kruipluik toegewerkt. Tenslotte wordt netjes opgeruimd, binnen enkele uren is het werk gereed.
Voor bodemisolatie wordt meestal gewerkt met polystyreen (piepschuim) chips of parels. Polystyreen kan in natte ruimtes worden toegepast. Ook al staat er water in de kruipruimte, chips en parels drijven en behouden daarbij hun isolerende werking. De parels hebben een koolstof laagje voor hoger rendement.
In kruipruimtes kan ook een schelpenbed worden aangebracht, dit isoleert echter minder.
Overweeg je bodemisolatie, dan is een technische opname van de kruipruimte door een bedrijf of adviseur de volgende stap. Er wordt gekeken naar aanwezig puin, staat van het leidingwerk, aantal compartimenten, hout- en betonrot, vochtigheid en meer. Op basis van de bevindingen en natuurlijk de afmetingen van de kruipruimte wordt de best passende oplossing aangeboden.
Bodemisolatie is interessant als uw kruipruimte vaak nat of een beperkte hoogte heeft, bijvoorbeeld als deze lager is dan 45 cm. De ventilatie van de kruipruimte die boven de isolatie langs gaat dient sterk verminderd te worden. Aanvullende isolatie van de funderingswand verhoogt de isolatiewaarde.
Een kruipruimte is een lage ruimte onder de vloer van de begane grond. De kruipruimte kunt u bereiken door het kruipluik in de vloer. Dit luik bevindt zich meestal onder de
deurmat achter de voordeur. De kruipruimte is onder andere bedoeld om leidingen weg te werken, zoals de riolering of gasleidingen.
Spouwmuurisolatie is interessant als u een woning heeft met een bouwjaar tussen ca. 1920 en 1976. In deze periode werden spouwmuren nog niet standaard geïsoleerd bij de bouw. Tussen 1970 en 1976 kregen nieuwe woningen soms wel een geringe spouwmuurisolatie. Deze kan soms worden nagevuld. Woningen van vóór 1920 hebben doorgaans geen spouwmuur.
Overweeg je spouwmuurisolatie, vraag dan een offerte aan bij een isolatie bedrijf. Een specialist komt dan langs en onderzoekt de spouwmuur met een endoscoop. Hiervoor boort hij enkele gaatjes in de voegen van de buitenmuur. De technisch specialist kijkt wat de breedte van de spouw is en of er metselresten aanwezig zijn die het isoleren kunnen bemoeilijken.
Voor het isoleren van de spouwmuur boort het uitvoerende bedrijf in een regelmatig patroon gaten in de voegen van de gevel. De boorgaten worden na het inspuiten van het isolatiemateriaal weer netjes gedicht. Het isolatiebedrijf zorgt dat ventilatie van kruipruimtes of andere ruimtes geborgd blijft. Om te voorkomen dat het isolatiemateriaal eventueel in de spouw van een aangrenzende woning verdwijnt, brengt het bedrijf spouwscheiders aan. Als uw buren gelijktijdig dezelfde isolatie laten aanbrengen, zijn spouwscheiders niet nodig.
Als u een woning heeft met een bouwjaar voor 1920 dan is de gevel niet anders te isoleren. De kosten voor aanbrengen en de besparing op energie zijn beide hoog. Laat de winst op het comfort de doorslag geven.
EPS, PUR, PIR en Resol
Deze isolatie is stevig genoeg om na het aanbrengen van een gaas op te kunnen stuken. PIR en Resol isoleren beter dan EPS en PUR bij gelijke dikte.
Glaswol en steenwol
Voor deze isolatie is een regelwerk nodig om de platen tussen te plaatsen. Het wordt vaker binnen toegepast en dan komt er een damp remmende laag of een klimaatfolie op de isolatie om condens te voorkomen. De afwerking wordt met gips en stuuk gedaan, maar ook met houten delen.
Natuurlijke materialen
Natuurlijke producten zoals houtvezelplaten, vlaswol of schapenwol hebben vrijwel dezelfde isolatie waardes als minerale wol of schuimplaten maar zijn beter geschikt om oververhitting in de zomersituatie tegen te houden. Bovendien kunnen sommige van deze materialen ingezet worden om damp-open te bouwen.
Aluminium
Deze folies, een combinatie van aluminium en PE werken op basis van reflectie van warmte en zijn in zeer dunne uitvoering verkrijgbaar. Aandachtspunt is de geclaimde weerstandswaarde voor warmte.
Platen isolatie worden stevig tegen de muur gelijmd en verankerd of ze worden bevestigd tussen regelwerk; houten of metalen staanders en liggers.
Buiten Isolatie aan de buitenzijde wordt afgewerkt met een heel scala aan materialen zoals stuuk, rabat, steen strips en natuursteen. Let op de aansluitingen op terrein niveau, goten en kozijnen. Voor buitengevelisolatie is vaak een omgevingsvergunning nodig.
Binnen Aan de binnenzijde wordt meestal een isolerende voorzetwand geplaatst. De dikte kan afhankelijk van de beschikbare ruimte en de gewenste isolatiewaarde variëren van 5 tot 15 cm. Om condensproblemen te voorkomen is het belangrijk om een goede dampremmende laag aan de binnenzijde aan te brengen.
Bij binnenisolatie zijn de details heel belangrijk. Met name aansluitingen op vloeren, kozijnen, vensterbanken en plafonds. Ook is er aandacht voor de radiatoren nodig.
Het puin moet uit de kruipruimte worden verwijderd en het uitvoerende bedrijf maakt indien nodig toegangen (mangaten) om afgesloten delen te kunnen bereiken. Ook worden de ventilatieopeningen gecontroleerd en gedeeltelijk afgesloten. Vervolgens wordt isolatiemateriaal via een inblaasslang gelijkmatig over het bodemoppervlak aangebracht. Vanuit de verste uithoeken wordt geleidelijk naar het kruipluik toegewerkt. Tenslotte wordt netjes opgeruimd, binnen enkele uren is het werk gereed.
Voor bodemisolatie wordt meestal gewerkt met polystyreen (piepschuim) chips of parels. Polystyreen kan in natte ruimtes worden toegepast. Ook al staat er water in de kruipruimte, chips en parels drijven en behouden daarbij hun isolerende werking. De parels hebben een koolstof laagje voor hoger rendement.
In kruipruimtes kan ook een schelpenbed worden aangebracht, dit isoleert echter minder.
Overweeg je bodemisolatie, dan is een technische opname van de kruipruimte door een bedrijf of adviseur de volgende stap. Er wordt gekeken naar aanwezig puin, staat van het leidingwerk, aantal compartimenten, hout- en betonrot, vochtigheid en meer. Op basis van de bevindingen en natuurlijk de afmetingen van de kruipruimte wordt de best passende oplossing aangeboden.
Bodemisolatie is interessant als uw kruipruimte vaak nat of een beperkte hoogte heeft, bijvoorbeeld als deze lager is dan 45 cm. De ventilatie van de kruipruimte die boven de isolatie langs gaat dient sterk verminderd te worden. Aanvullende isolatie van de funderingswand verhoogt de isolatiewaarde.
Een kruipruimte is een lage ruimte onder de vloer van de begane grond. De kruipruimte kunt u bereiken door het kruipluik in de vloer. Dit luik bevindt zich meestal onder de
deurmat achter de voordeur. De kruipruimte is onder andere bedoeld om leidingen weg te werken, zoals de riolering of gasleidingen.
Voordat het isolatiebedrijf aan de slag kan, moet de kruipruimte vrij zijn van puin en opslag. Ook moeten alle compartimenten van de kruipruimte bereikbaar zijn. Zo nodig wordt hiervoor een mangat onder een betonnen
fundering gegraven of een gat in een gemetselde fundering gehakt. Voor aanvang van het isolatiewerk wordt meestal een folie op de bodem van de kruipruimte gelegd. Ook het kruipluik krijgt een laag isolatie en het wordt indien mogelijk voorzien van tocht strips. Het is belangrijk dat alle naden en kieren goed gedicht worden anders werkt de vloerisolatie minder goed. Tenslotte wordt alles netjes opgeruimd.
Overweeg je vloerisolatie, dan is een technische opname door bedrijf of technisch adviseur de volgende stap. Is de kruipruimte goed bereikbaar en hoog genoeg (>50 cm)? Hoe groot is precies het te isoleren oppervlak? Hoeveel leidingwerk is er en in welke staat verkeert het? Ligt er bijvoorbeeld puin of staat er water in de kruipruimte? Ook kijkt hij naar de technische staat van de vloer. Is er bijvoorbeeld sprake van zwamvorming, houtrot of betonrot?
Zo’n opname vormt de basis voor een goede offerte.
Er zijn verschillende manieren om de vloer van onderaf te isoleren. Hou een isolatiewaarde aan van Rc=3,5 tot 5 m2K/W. Hoe meer hoe beter.
Isoleren met reflecterende folies: Deze folies reflecteren de warmte vanuit de woning. Hierdoor koelt de vloer niet af en blijft het warmer in de woning. De meeste isolerende folies hebben met lucht gevulde kamers die voor extra isolatie zorgen. Sommige bestaan uit een combinatie van aluminium en plastic. Om de vochtigheid in de kruipruimte te verbeteren wordt ook een dampdichte PE-folie op de bodem aangebracht.
Isoleren met platen of dekens: Hierbij wordt isolatie van minerale wol of piepschuim van onderaf tegen de vloer of tussen een houten balklaag aangebracht. Het is belangrijk de isolatie naadloos aan te laten sluiten. Ook hierbij wordt een bodemfolie aangeraden.
Isoleren met isolatieschuim: PUR-schuim of glaswol vlokken worden van onderaf tegen de vloer gespoten. Deze techniek is vooral geschikt voor betonnen of steenachtige vloeren. Het volledig opsluiten van de natuurlijke houten balken is niet wenselijk. Het is aan te raden om een dikte van minimaal 10 cm isolatie toe te passen.
Als u een woning heeft met een bouwjaar voor 1920 dan is de gevel niet anders te isoleren. De kosten voor aanbrengen en de besparing op energie zijn beide hoog. Laat de winst op het comfort de doorslag geven.
EPS, PUR, PIR en Resol
Deze isolatie is stevig genoeg om na het aanbrengen van een gaas op te kunnen stuken. PIR en Resol isoleren beter dan EPS en PUR bij gelijke dikte.
Glaswol en steenwol
Voor deze isolatie is een regelwerk nodig om de platen tussen te plaatsen. Het wordt vaker binnen toegepast en dan komt er een damp remmende laag of een klimaatfolie op de isolatie om condens te voorkomen. De afwerking wordt met gips en stuuk gedaan, maar ook met houten delen.
Natuurlijke materialen
Natuurlijke producten zoals houtvezelplaten, vlaswol of schapenwol hebben vrijwel dezelfde isolatie waardes als minerale wol of schuimplaten maar zijn beter geschikt om oververhitting in de zomersituatie tegen te houden. Bovendien kunnen sommige van deze materialen ingezet worden om damp-open te bouwen.
Aluminium
Deze folies, een combinatie van aluminium en PE werken op basis van reflectie van warmte en zijn in zeer dunne uitvoering verkrijgbaar. Aandachtspunt is de geclaimde weerstandswaarde voor warmte.
Platen isolatie worden stevig tegen de muur gelijmd en verankerd of ze worden bevestigd tussen regelwerk; houten of metalen staanders en liggers.
Buiten Isolatie aan de buitenzijde wordt afgewerkt met een heel scala aan materialen zoals stuuk, rabat, steen strips en natuursteen. Let op de aansluitingen op terrein niveau, goten en kozijnen. Voor buitengevelisolatie is vaak een omgevingsvergunning nodig.
Binnen Aan de binnenzijde wordt meestal een isolerende voorzetwand geplaatst. De dikte kan afhankelijk van de beschikbare ruimte en de gewenste isolatiewaarde variëren van 5 tot 15 cm. Om condensproblemen te voorkomen is het belangrijk om een goede dampremmende laag aan de binnenzijde aan te brengen.
Bij binnenisolatie zijn de details heel belangrijk. Met name aansluitingen op vloeren, kozijnen, vensterbanken en plafonds. Ook is er aandacht voor de radiatoren nodig.
Spouwmuurisolatie is interessant als u een woning heeft met een bouwjaar tussen ca. 1920 en 1976. In deze periode werden spouwmuren nog niet standaard geïsoleerd bij de bouw. Tussen 1970 en 1976 kregen nieuwe woningen soms wel een geringe spouwmuurisolatie. Deze kan soms worden nagevuld. Woningen van vóór 1920 hebben doorgaans geen spouwmuur.
Overweeg je spouwmuurisolatie, vraag dan een offerte aan bij een isolatie bedrijf. Een specialist komt dan langs en onderzoekt de spouwmuur met een endoscoop. Hiervoor boort hij enkele gaatjes in de voegen van de buitenmuur. De technisch specialist kijkt wat de breedte van de spouw is en of er metselresten aanwezig zijn die het isoleren kunnen bemoeilijken.
Voor het isoleren van de spouwmuur boort het uitvoerende bedrijf in een regelmatig patroon gaten in de voegen van de gevel. De boorgaten worden na het inspuiten van het isolatiemateriaal weer netjes gedicht. Het isolatiebedrijf zorgt dat ventilatie van kruipruimtes of andere ruimtes geborgd blijft. Om te voorkomen dat het isolatiemateriaal eventueel in de spouw van een aangrenzende woning verdwijnt, brengt het bedrijf spouwscheiders aan. Als uw buren gelijktijdig dezelfde isolatie laten aanbrengen, zijn spouwscheiders niet nodig.